25-7-2019 —
Gezinnen uit Den Haag blijven graag in hun stad wonen
Een onderzoek van het 'Centraal Bureau voor de Statistiek' heeft aangetoond dat jonge gezinnen opmerkelijk vaker in Den Haag blijven wonen in vergelijking met gezinnen uit andere grote steden. Amper 6 procent van de gezinnen met kinderen jonger dan vier jaar zouden liever kiezen voor een andere woonplaats. Dat is aanzienlijk minder in vergelijking met bijvoorbeeld onze hoofdstad. In Amsterdam ligt dit percentage dan ook op 12 procent. Niet alleen de cijfers van Amsterdam, maar ook van andere steden zoals Utrecht en Rotterdam liggen beduidend hoger in vergelijking met Den Haag. De belangrijkste redenen om andere oorden op te zoeken zijn terug te vinden in de vorm van een klein huis of het ontbreken van een tuin.
Er is een nieuwe analyse uitgevoerd door het CBS welke betrekking heeft tot verhuizingen van gezinnen in Nederland. Tijdens deze analyse werd er voor gekozen om de cijfers van de vier grootste Nederlandse steden te vergelijken met deze van kleine en middelgrote gemeenten. Stellen kiezen er in het bijzonder voor om te verhuizen wanneer ze nog geen kinderen hebben. Ook als het oudste kind nog niet naar de basisschool gaat kiezen menig aantal stellen er voor om te verhuizen. In het merendeel van de gevallen gaat het dan wel om een verhuis naar een andere gemeente in dezelfde regio.
In Den Haag zouden het voorbije jaar om en bij de 6 procent van de gezinnen de hoofdstad verlaten hebben. Dit zorgt er voor dat Den Haag meer in de richting neigt van een middelgrote stad dan dat ze aansluit bij de andere drie grote steden.
Kinderen slapen vaak bij elkaar
De belangrijkste redenen waarom gezinnen uit Den Haag er voor kiezen om te verhuizen heeft betrekking tot een te kleine woning of het ontbreken van een tuin om in te kunnen vertoeven. Is een gezin woonachtig in een huis waarin er sprake is van te weinig slaapkamers? In dat geval geeft 40 procent van de gezinnen er de voorkeur aan om te verhuizen naar een andere woonst. Gezinnen waarbij er wel sprake is van meer kamers dan gezinsleden in hun woning zouden in 11 procent van de gevallen willen verhuizen.
In Den Haag zijn relatief veel huizen terug te vinden welke minder kamers bevatten dan gezinsleden. Het zou hierbij naar verwachting gaan om 16,9 procent. In deze gevallen slapen kinderen dan ook samen op één slaapkamer. Alleen in Amsterdam zou er sprake zijn van huizen met een nog groter tekort aan kamers voor het gezin. In de kleinere Nederlandse gemeentes zouden slechts minder dan 6 procent van de gezinnen een huis hebben met minder kamers dan gezinsleden.
Het ontbreken van een tuin
Ook het niet aanwezig zijn van een tuin is voor jonge gezinnen een niet onbelangrijk probleem. Ook dit is dan ook een belangrijke reden om er voor te kiezen om te verhuizen naar een andere locatie. Mogelijks kan er hierbij ook voor worden gekozen om de stad te verlaten. Van alle gezinnen die niet over een tuin beschikken heeft meer dan 28 procent aangegeven graag te willen verhuizen. Dit terwijl gezinnen met een tuin in slechts 12 procent van de gevallen overwegen om andere oorden op te zoeken.
In Den Haag beschikt ongeveer 37,9 procent van de gezinnen niet over een tuin bij hun huis. Ook dit percentage ligt in gemeenten buiten de vier grote steden met slechts 7 procent beduidend lager. Het niet aanwezig zijn van een tuin is typerend voor de grote, Nederlandse steden. Zowel in Amsterdam als in Rotterdam beschikken gezinnen nog minder vaak over een tuin in vergelijking met gezinnen in Den Haag. Het zou hierbij gaan om respectievelijk 54 procent (Amsterdam) en 42 procent (Rotterdam) van de gezinnen.
